25 april 1764 – 1 maart 1823
Zanger, pedagoog, hofmusicus
Pierre-Jean Garat werd geboren in Ustaritz in het Baskenland en was een neef van de beroemde jurist Dominique Joseph Garat. Hoewel zijn familie hem een carrière in de advocatuur voor ogen had, koos hij vastberaden voor de muziek — een beslissing die hem zijn toelage kostte, maar hem uiteindelijk een glansrijke carrière opleverde.
Dankzij het beschermheerschap van een vriend werd Garat benoemd tot secretaris van de graaf van Artois (de latere koning Charles X) en gaf hij later muzieklessen aan koningin Marie-Antoinette.
Tijdens de Franse Revolutie reisde hij met Pierre Rode naar Engeland, waar zij samen optraden. In 1794 keerde Garat terug naar Parijs, maar werd gevangengezet wegens een lied waarin hij de tegenslagen van de koninklijke familie bezong — een gevaarlijke onderneming in revolutionaire tijden.
Na zijn vrijlating trok hij naar Hamburg, waar hij onmiddellijk grote roem oogstte. Zijn faam breidde zich uit via optredens in Italië, Spanje, Duitsland en Rusland, en hij groeide uit tot een van de meest gevierde zangers van zijn tijd. Zijn stijl en expressiviteit werden als onovertroffen beschouwd.
Later werd hij professor zang aan het Conservatoire de Musique in Parijs en componeerde hij verschillende liederen. Garat stond bekend als een vurige bewonderaar van Gluck, en positioneerde zich daarmee duidelijk tegenover de stijl van Handel.
Hij overleed op 1 maart 1823 in Parijs.