Een kort leven, een helder talent
Giuseppe Stanzieri was een veelbelovende jonge componist, geboren in Napels, waar zijn vader werkte als pianobouwer. Al op jonge leeftijd trok hij de aandacht van Luigi Lablache, de beroemde bas, die zijn uitzonderlijke muzikale aanleg aanmoedigde en ondersteunde. Dankzij deze vroege erkenning kon Stanzieri zich ontwikkelen tot een wonderkind dat al snel naam maakte buiten zijn geboortestad.
Zijn reis voerde hem eerst naar Wenen, waar hij verdere lof oogstte en zijn reputatie groeide. Later vestigde hij zich in Parijs, het bruisende centrum van de Europese muziekscène, waar hij zich als componist verder wilde ontplooien. Ondanks zijn jeugd bleef hij een zekere tederheid en jeugdigheid behouden — "zonder het aspect en de delicatesse van de kindertijd te verliezen," aldus de Gazette Musicale.
Maar zijn lichaam bleek niet opgewassen tegen het tempo van het leven dat hij leidde. Een reeks ziekten trof hem tegelijkertijd, en zijn toestand verslechterde snel. Hij stierf jong, in een toestand die door tijdgenoten werd beschreven als een soort koortsachtige extase. Volgens een ooggetuige vroeg hij vlak voor zijn overlijden nog zijn jas aan te trekken, en na het ontvangen van het laatste sacrament zou hij hebben uitgeroepen dat het "het meest plezierige was dat je je kunt voorstellen" — en dat hij voortaan elke zondag zou biechten.
Hij blies zijn laatste adem uit in een toestand van extatische vreugde, aldus de chroniqueur van de tijd. Een slotakkoord dat even vreemd als aangrijpend klinkt — passend bij het grillige genie dat Giuseppe Stanzieri was.
Er zijn geen opnamen of bewaard gebleven werken bekend, en zijn naam is grotendeels uit het collectieve geheugen verdwenen. Maar dit korte leven, dat zo intens werd beleefd, verdient het om herinnerd te worden — als symbool van de vele jonge talenten die, nog voor hun muziek kon rijpen, in stilte uit het leven verdwenen.