16 augustus 1863 – 17 juli 1937
Henri Constant Gabriel Pierné was een vooraanstaande Franse componist, dirigent en organist, actief in de overgangsperiode van de romantiek naar het modernisme. Geboren in Metz, verhuisde zijn familie naar Parijs tijdens de Frans-Pruisische Oorlog. Daar ontwikkelde hij zich tot een sleutelfiguur in het Parijse muziekleven.
Aan het Conservatoire de Paris behaalde Pierné eerste prijzen in notenleer, piano, orgel, contrapunt en fuga. Zijn voornaamste leraren waren onder anderen Antoine Marmontel, Albert Lavignac, Émile Durand, César Franck (voor orgel), en Jules Massenet (voor compositie). Met zijn cantate Édith won hij in 1882 de prestigieuze Prix de Rome.
Na de dood van zijn leermeester Franck volgde Pierné hem op als organist van de basiliek Saint-Clotilde (1890–1898). Daarna werd hij vooral bekend als dirigent van het befaamde Orchestre Colonne. Eerst als vaste gast vanaf 1903, later als chef-dirigent van 1910 tot 1933. In die hoedanigheid dirigeerde hij de wereldpremière van Stravinsky’s L’Oiseau de feu (The Firebird) op 25 juni 1910, een mijlpaal in de geschiedenis van het Ballets Russes in Parijs.
Pierné componeerde een veelzijdig oeuvre, waaronder opera’s, balletten, kamermuziek, pianowerken, religieuze muziek en symfonieën. Tot zijn bekendere werken behoren het ballet Cydalise et le Chèvre-pied, de suite Ramuntcho, en de opera Vendée. Hij maakte ook enkele vroege opnamen met het Orchestre Colonne voor Odeon Records, waaronder uitvoeringen van eigen werk.
Hij stierf op 17 juli 1937 in Ploujean (Finistère), maar zijn invloed bleef voelbaar — als brugfiguur tussen de 19e-eeuwse romantiek en de modernere klankwereld van het vroege 20e-eeuwse Frankrijk.