29 mei 1843 – 10 februari 1917
Émile Pessard was een Franse componist, dirigent en muziekpedagoog, en een markante vertegenwoordiger van het Parijse muziekleven aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw. Geboren in Parijs, volgde hij zijn opleiding aan het Conservatoire de Paris, waar hij onder andere les kreeg van François Bazin en Fromental Halévy.
In 1866 won Pessard de Prix de Rome met zijn cantate Dalila. Tijdens zijn verblijf aan de Villa Medici in Rome ontwikkelde hij zich verder als componist. Na zijn terugkeer naar Parijs begon hij een productieve carrière als componist van opéra comique, kerkelijke muziek, liederen, en instrumentale werken.
Zijn opera’s, zoals Le Capitaine Fracasse (1878), Tabarin (1885) en La Cruche cassée (1891), werden geprezen om hun melodische charme, fijnzinnige orkestratie en theatrale verbeeldingskracht. Pessard werkte in de stijl van het Franse lyrische classicisme, met invloeden van Gounod, Thomas en Massenet.
In 1895 werd hij benoemd tot professor harmonieleer aan het Conservatoire de Paris. Hij groeide daar uit tot een invloedrijke docent. Onder zijn leerlingen bevonden zich onder meer Maurice Ravel, Reynaldo Hahn, Jacques Ibert en Paul Dukas. Pessards pedagogische nalatenschap leeft voort in diverse leerboeken en harmonieleeroefeningen.
Tijdens zijn leven werd hij bekroond met de titel Officier de la Légion d’honneur, een erkenning voor zijn verdiensten voor de Franse muziekcultuur.
Émile Pessard overleed op 10 februari 1917 in Parijs. Hij werd begraven op het Cimetière du Père-Lachaise, in divisie 62. Zijn grafsteen vermeldt:
Émile Pessard
1843–1917
Compositeur de musique
Professeur au Conservatoire
Officier de la Légion d'honneur
Het graf, vergezeld van een keramisch kruis en bloemkrans, vormt een tastbare herinnering aan een componist en leermeester die generaties Franse musici heeft gevormd — discreet maar onuitwisbaar aanwezig in de geschiedenis van de Franse muziekkunst.