Volgens The New Grove: “In his own words, he worked in pastels rather than oils.”
Lefebvre componeerde een veelzijdig oeuvre, waaronder:
Genre |
Werken & kenmerken |
Opera’s/lyrische drama’s |
Le florentin (1868), Lucrèce (1877), Le Trésor (1883), Zaïre (1887), Djelma (1894) |
Orkestwerken/Poëtische muziek |
Symfonieën (1874, 1879), dramatische ouverture (1875), lyrische poëmen (Eloa, Dalila, Melka) |
Oratoria/Kerkmuziek |
Judith (1879), Sainte-Cécile (1896), La Fille de Jephté, etc. |
Privacy‑ & kamermuziek |
Pianokwartetten, cello- en klarinetstukken (o.a. op.57, op.102, op.118), sonates en lyrische werken |
Zijn muziek combineert klassieke elegantie met romantische lyriek, met rijke, kleure motieven en een verfijnde orkestratie.
Charles‑Édouard Lefebvre was een invloedrijke componist en muziekpedagoog, bekleedde meerdere prestigieuze functies in de Franse muziekwereld en had een productief oeuvre dat opera, orkestwerken, oratoria en kamermuziek omvatte. Terwijl zijn werken tegenwoordig zelden op de standaardrepertoirelijst staan, speelde hij een cruciale rol in de muziekcultuur van zijn tijd.