Honoré François Marie Langlé (1741–1807) was een invloedrijke Monegaskische componist, muziektheoreticus en muziekpedagoog, wiens werk de overgang van de barok naar de klassieke muziek weerspiegelt. Hij werd geboren in Monaco en vertoonde al op jonge leeftijd muzikaal talent. Op vijftienjarige leeftijd werd hij door prins Honoré III van Monaco naar Napels gestuurd om te studeren aan het Conservatorio della Pietà dei Turchini, waar hij compositie, harmonie en contrapunt studeerde onder leiding van Pasquale Cafaro. Na zijn studies vestigde hij zich in Parijs in 1768.
Muzikale carrière en onderwijs
In Parijs gaf Langlé les in zang, klavecimbel en compositie. Hij verwierf bekendheid door zijn deelname aan de Concerts spirituels, een belangrijk muziekplatform in Parijs, waar zijn werken zoals de monoloog Alcide en de cantate Circéwerden uitgevoerd. Daarnaast gaf hij les aan de Franse koningin Marie-Antoinette, onder de naam "Langlois". In 1784 werd hij benoemd tot docent zang aan de École Royale de Chant et de Déclamation, een functie die hij tot 1791 vervulde.Na de oprichting van het Conservatoire de Paris in 1795 werd hij benoemd tot bibliothecaris, een positie die hij tot 1802 bekleedde.Composities en muzikale bijdragen
Langlé componeerde verschillende opera's, waaronder Antiochus et Stratonice (1786) en Corisandre (1791), maar deze werden niet goed ontvangen. Desondanks bleef hij componeren en schreef hij talloze werken, waaronder opera's, liederen en instrumentale stukken. Zijn lied Hymne à Bara et à Viala uit 1794 werd een patriottisch symbool tijdens de Franse Revolutie en werd veelvuldig uitgevoerd in muziekonderwijsinstellingen. Zijn muzikale stijl was beïnvloed door de Italiaanse traditie, met een nadruk op lyrisme en melodie.
Muziektheoretische werken
Langlé was ook een gerespecteerde muziektheoreticus. Zijn belangrijkste werk, Traité d'harmonie et de modulation(1795), wordt geprezen om zijn systematische benadering van harmonie en modulatie. In dit werk pleitte hij voor het gebruik van de grote terts als de fundamentele bouwsteen van harmonische structuren, een opvatting die invloedrijk was in zijn tijd. Andere belangrijke publicaties zijn onder andere Traité de la basse sous le chant (ca. 1798), Nouvelle méthode pour chiffrer les accords (1801) en Traité de la fugue (1805).
Laatste jaren en nalatenschap
Langlé bracht zijn laatste jaren door in Villiers-le-Bel, waar hij zich toelegde op tuinieren. Hij overleed op 20 september 1807 en werd begraven op het beroemde Père-Lachaise kerkhof in Parijs. Hoewel zijn composities minder bekend zijn, blijft zijn invloed als muziektheoreticus en pedagoog belangrijk. Zijn werken werden lange tijd gebruikt in het muziekonderwijs en zijn bijdragen aan de muziektheorie worden nog steeds erkend.
Een portret van Langlé is te vinden in de collectie van het Musée National des Beaux-Arts van Monaco. Daarnaast is zijn graf te bezoeken op Père-Lachaise kerkhof in Parijs, waar hij rust in divisie 13.
Voor een visuele impressie van Langlé kunt u het volgende portret bekijken: