Componist, salonmuzikant en hydropaat met een poëtische inslag
Gaston Vuidet werd geboren in 1854, in een tijd waarin de Parijse muziekscene zich ontwikkelde tot een levendig netwerk van salons, concertcafés en kunstenaarsgenootschappen. Hij groeide uit tot een componist van orkestminiaturen, karakterstukken en poëtische schetsen, en werd daarnaast lid van de eigenzinnige literaire groep Les Hydropathes — een collectief van dichters, kunstenaars en intellectuelen die humor, satire en gevoel hoog in het vaandel droegen.
Zijn werken zijn doordrenkt van sfeer, lyriek en trefzekere schilderingen van landschappen, volksleven en emoties. Vuidet’s muziek werd regelmatig uitgevoerd in kamermuziekkringen en salons, vaak met een bezetting van klein orkest of alleen strijkers, wat hem geliefd maakte onder amateur- en beroepsmusici.
Ave Maria, voor orkest met fluit- en vioolsolo’s en strijkkwartet
Gavotte & Menuet, charmante dansen voor klein orkest (fluit, hobo, fagot, hoorn, piston, kwartet)
Les Petites Saintes Marie, Provençaalse legende voor strijkers, Opus 23
Vénitienne, impressionistische schets voor strijkers, Opus 27
Musiciens ambulants (Reizende musici), schets voor piccolo, klarinet en strijkers
Scènes champêtres (Country Scenes, Derde suite):
Le calme de la nuit
Intermède
L’Angelus
La fête
Troubadour passant, poëtisch beeld voor vioolsolo met orkest, Opus 35
Un premier bal, schets voor strijkers, Opus 42
Les feux de la Saint-Jean, evocatief miniatuurstuk voor strijkers, Opus 44 (1890)
Zijn muziek lijkt verwant aan de vroege Debussy en Chausson: sfeervol, volks, impressionistisch van aard, maar toegankelijk van vorm. Het zijn muzikale tableaus, met liefde voor kleur, nuance en stemmingswisselingen.
Gaston Vuidet stierf op 8 juli 1891 in Parijs, op slechts 37-jarige leeftijd. Zijn leven was kort, maar intens — gevuld met muziek, poëzie, en de geest van de Belle Époque. Hij werd opgenomen in het gezelschap van Les Hydropathes, wat wijst op zijn affiniteit met het woord, de taal en de kunst van het vertellen — kwaliteiten die ook in zijn muziek doorklinken.
Hij behoort tot die generatie componisten die zich tussen salon en serieuze muziek bewogen — vakmannen met een verfijnde pen en een lyrisch oor, die ondanks hun vroege dood een persoonlijk stempel achterlieten op het intieme muziekleven van hun tijd.