Geboortenaam: Marie-Rose Chevalier
Artiestennaam: Caroline Branchu
Geboren: 2 november 1778, Cap-Français (nu Cap-Haïtien), Saint-Domingue
Overleden: 14 oktober 1850, Parijs, Frankrijk
Rustplaats: Cimetière du Père-Lachaise, Parijs
Caroline Branchu werd geboren in de toenmalige Franse kolonie Saint-Domingue (nu Haïti), als Marie-Rose Chevalier. Zij was de dochter van kolonisten en werd in haar jonge jaren naar Frankrijk gestuurd voor haar opleiding. De revolutie in Saint-Domingue (1791–1804) maakte een terugkeer onmogelijk, en Frankrijk werd haar vaste thuis — en het toneel van haar glorieuze carrière.
Zij studeerde zang aan het Conservatoire de Paris, waar ze al snel opviel door haar grote vocale kracht en expressie. Haar debuut maakte ze in 1798 in de Opéra de Paris, waar ze de aandacht trok van componisten én het publiek. Haar stem werd omschreven als krachtig, diep en nobel, met een bijzondere beheersing van dramatische frasering.
Caroline Branchu werd vooral beroemd door haar nauwe samenwerking met componist Gaspare Spontini, hofcomponist onder Napoleon Bonaparte. Zij zong de hoofdrollen in zijn grote opera’s, waaronder:
La Vestale (1807), als Julia
Fernand Cortez (1809)
Olimpie (1819), als Statira
Branchu belichaamde de nieuwe operastijl die Napoleon propageerde: groots, verheven, moreel geladen. Zij was niet alleen een ster op het podium, maar ook een symbool van de republikeinse en later keizerlijke idealen — een icoon van de Franse grandeur.
Haar carrière viel samen met die van de Italiaanse sopraan Angelica Catalani, met wie ze vaak werd vergeleken. Branchu had echter de voorkeur van het Franse publiek en werd geprezen om haar dramatische inzicht.
Na haar afscheid van het podium in de jaren 1820, richtte ze zich op het onderwijs. Zij was een invloedrijke zangdocente, onder wie Pauline Viardot, die later zelf uitgroeide tot een van de grote stemmen van de 19e eeuw.
Caroline Branchu overleed in 1850 in Parijs. Haar graf bevindt zich op het Cimetière du Père-Lachaise, waar zij rust te midden van andere grote namen uit de Franse cultuur. Hoewel haar naam vandaag minder bekend is dan die van Callas of Malibran, wordt zij in muziekhistorische kringen erkend als een van de belangrijkste dramatische sopranen van het Empire-tijdperk.
Caroline Branchu was meer dan een operazangeres. Ze was een figuur van artistieke autoriteit en vrouwelijke kracht in een tijd waarin vrouwen op het podium langzaam hun eigen plaats begonnen te eisen. Haar erfenis leeft voort in de rollen die zij voor het eerst bezielde — en in de stemmen die zij na haar inspireerde.