Componiste, erfgename en stille pionier van het Franse muziekleven
Clarisse Bourdenet, bekend onder de artiestennaam Bourdeney, werd geboren op 21 maart 1848 in Besançon (Doubs). Ze groeide op in een gegoede en cultureel betrokken familie. Haar vader, Denis Agile Bourdenet, was jurist, algemeen raadslid en voorzitter van het hof van beroep in Besançon. Haar moeder, Juliette Jeanneret-Gris, voedde haar op in een omgeving waar muziek en literatuur een belangrijke rol speelden. Clarisse had een oudere zus, Marie Angélique Bourdenet (1843–1919), die later een essentiële rol zou spelen in het postuum publiceren van haar werk.
Bourdeney componeerde pianowerken met een uitgesproken lyrisch karakter, vaak geïnspireerd door literaire teksten van dichters als Alfred de Musset, Alphonse de Lamartine, Victor Hugo, en minder bekende stemmen zoals Paul de Pitray en Charles Richard. Ze werkte geregeld samen met de eveneens uit Besançon afkomstige componist Émile Pierre Ratez, en haar partituren werden geïllustreerd door gerenommeerde kunstenaars als Henri-François Michel, Paul Steck en P. Borie.
Haar stijl is laatromantisch, intiem en poëtisch. Het zijn werken die uitnodigen tot verstilling, beschouwing — en, soms, melancholie. De titels alleen al spreken boekdelen: Contemplation, Chant d'automne, Au crépuscule.
Bourdeney was niet alleen componiste, maar ook een verzamelares van muzikale handschriften. Een van haar opvallendste bezittingen was het manuscript dat sindsdien bekendstaat als het "Manuscrit Bourdeney" (nu bewaard in de Bibliothèque nationale de France, Res. Uma 851). Het bevat onder andere pauselijke missen uit de late 16e eeuw — een unicum in de collectie van een vrouwelijk amateurcomponist van haar tijd.
Clarisse Bourdeney overleed op 28 juli 1898 in Parijs. Haar muziek raakte niet vergeten, mede dankzij de inspanningen van haar zus en de familie Pasche, die erfgenamen van de Bourdenets waren. Zij organiseerden concerten in Besançon ter nagedachtenis aan Clarisse, waarbij haar werk werd uitgevoerd door vooraanstaande musici zoals Lily Laskine en zelfs Yehudi Menuhin.
De meeste van haar composities zijn pas na haar dood gepubliceerd, tussen 1906 en 1914. Ze verschenen bij uitgevers als A. Leduc, H. Lemoine en A. Joanin.
Barcarolles (F majeur, C majeur, Es majeur), Op. 1, 3, 14, 25
Cortège nuptial, Op. 2
Carillon, Op. 4
Allegro agitato, Op. 11
Contemplation, Op. 12
Chant d'automne, Op. 13
Au village, Op. 18
Caprice-valse, Op. 23
Allegro louré, Op. 45
Carrousel, Op. 64
Au crépuscule, Op. 71
Deux ballades (gescheiden editie, 1912)
Clarisse Bourdeney was geen revolutionair — ze behoorde niet tot de kringen van de Groupe des Six, noch de salons van Parijs. Maar in haar bescheidenheid, eruditie en gevoeligheid toont zich een componiste die wist wat ze wilde zeggen — en dat in muziek omzette. Haar graf op Père Lachaise is een stille herinnering aan een vrouw die haar tijd ver vooruit was.
Graf
Hier rust Clarisse Bourdeney, geboren als Clarisse Bourdenet in Besançon. Als componiste schreef ze fijnzinnige pianowerken op teksten van Musset, Lamartine en Hugo, in samenwerking met kunstenaars en musici uit haar tijd. Haar partituren ademen rust, poëzie en introspectie.
Ze verzamelde ook kostbare muziekmanuscripten, waaronder een pauselijke mis uit de 16e eeuw – nu bewaard in de Bibliothèque nationale de France. Haar werk werd na haar dood gepubliceerd dankzij haar zus Marie Angélique, en haar muziek leeft voort in uitvoeringen door grote artiesten als Lily Laskine en Yehudi Menuhin.
Clarisse Bourdeney ligt hier begraven samen met haar familie. Een vrouw die — in stilte — haar sporen naliet in een mannenwereld.