Jacob was niet alleen organist, maar ook componist, en publiceerde verschillende werken, waaronder verklarende commentaren bij de orgelwerken van J.S. Bach. Hij was van 1902 tot 1914 ook pianoleraar aan de Schola Cantorum.
Gedurende zijn carrière vervulde hij verschillende organisten- en kapelmeesterfuncties, waaronder:
Organist en kapelmeester van Notre-Dame-de-la-Gare (1897–1903)
Organist van de Église Saint-Louis-d'Antin (1903–1906)
Organist en kapelmeester van de Église Saint-Ferdinand-des-Ternes (1907–1950)
In 1922 volgde hij Joseph Bonnet op als organist van het Orchestre de la Société des Concerts du Conservatoire.
Georges Jacob overleed op 28 december 1950 in Parijs en werd begraven op Père-Lachaise (2e divisie).